top of page

uit De Donkere Kamer
Grondoefeningen
ze loopt door de houtwal van haar jeugd
het is een tijd van zoeken, wachten
als meisje wenste ze
een eigen plek bij naderend
onheil in het voorhuis
de alarmroep van een roek
indringers, een piemelman
ze had een zaag
tussen stammen mat ze een vierkant af
daar was de vloer, verzamelde lange takken
bond ze met touw, sneed buigzame twijgen
bouwde muren op
schoffelde door brandnetels en zevenblad
er moest een moestuin komen
ze kroop de woning in, omarmde zichzelf
tot het avondlicht door het bladerdak
oranjerood over haar schouders stroomde
ze vouwde fantasieën open
bottom of page